Dag huis waar ik besloot
om mijn tijd te schenken aan iets anders
en kijk: een nieuwe roeping kwam
Dag huis, waar Hanna nog haar poppen kamde, en nu:
meisje van dertien, vlak voor ’t begin, er net tussenin
Tot ziens huis, waar tienerkamers zich sloten
…en toch weer openden – wanneer de geur van eten jouw trap opklom
Lief huis, hoe jij familie bent geworden!
of eerder: pleegkind. Want het was nooit voor altijd
Warm huis, waar de zon zo vroeg mijn gezicht streelde
en me stiekem opmaakte voor prille liefkozingen
Toverhuis: je groeide als de kinderen kwamen
en schikte je stilzwijgend die lange dagen bij hun vader
Onzijdig huis: jij zag wat rouw, beproeving, spijt
en bleef ons maar omarmen
Dag Boshuis,
ik heb jouw groene deken zo bemind
Toevluchtshuis
Vruchtbaar huis
Huis waar ik soms van weg moest reizen
Wees gegroet, schaduwhuis op het noordoosten
ik trek naar het zuidwesten, weet je…
dank je wel
Ik wil de zon wat langer zien ondergaan
Prachtig, Sigrid !