Ik zit op dit moment in mijn oude huis, op de grond op een oud tapijt (van toen ik zwart met rood nog te gek vond) en weet niet of we vanavond in het nieuw huis kunnen slapen. Er is op dit moment niets dat ik kan doen om de verhuis vooruit te helpen en dat is een heel vreemd en ook bijna luxueus-speciaal gevoel. Dus ik pak mijn computer en begin te schrijven. Het vloeit.
De verwarming werkt niet, het toilet heeft problemen, de keuken nog meer en er is geen douche of wasbak. Geen koelkast. Misschien wel een bad. Enfin, alle dingen zijn er wel maar werken niet. De gevolgen zijn van de minst zalige soort: er kon tijdens de verhuis niets in de kelder (en dat is wel een hoop stuff want we hebben geen garage of tuinhuis), het huis staat vol tuingerief daar waar het salon moest staan vooral, je kan je niet wassen, er kan niet gekookt worden, je kan niet naar het toilet en het is er slechts een beetje warmer dan buiten. De keuken die gisteren nog normaal leek kan niet betreden worden. Ik overdrijf niet als ik zeg ‘de complete chaos’.
Er staat geen eettafel en de stoelen staan ergens achter dozen. Ik heb ergens een doos met noodeten maar vind ze niet. Ik heb een kleine bijverwarming. Dat kan ons misschien door de nacht redden.
Ik zweef al de hele dag tussen ongeloof, moedig – of koppig- doorgaan en kleine withete vonkjes van woede. Dat gevoel was lang geleden, het verraste me: zit dàt nog in me? Van mantra’s & Mozart vanmorgen naar metal & techno en terug. En tussendoor wat kwaaie hip hop, jazeker.
De details zijn niet belangrijk. Iemand heeft ons in de steek gelaten. Iemand is niet nagekomen wat hij heeft beloofd.
Ik ben me erg bewust van wat het met me doet. Ik voel de trapeze deinen (schokken?)van links naar rechts. Himmelhoch jauchzend, zu Tode betrübt. Ik voel na een dip mijn motor weer opstarten, weer draaien. Komaan. Nobody died. Plannen maken. Alternatieven bedenken. Denk aan de tweede sutra: “There is a road through every block”. Laat los dat je vannacht in je nieuwe huis slaapt. Berg op. Maya. Ego. Verlangen. Hechting.
Kom…nog een verdiep leeghalen.
Misschien dan beter vannacht toch in het oude huis gaan slapen. Dit oud tapijt, matras terughalen, een donsdeken pakken. En vanavond uit eten. Ja, lekker. Hier dan nog douchen, ah ja, er ligt nog een halfpropere handdoek ik heb nog handenzeep. Ecologische nog wel. Wat goed is voor de handen is goed voor de rest ook. Allez, voor even toch. Goed, goed. En we kunnen altijd naar de warme haven van één van de zussen. Oei , tandenborstels. Shit. Nachtwinkel. Hé maar ik kan mediteren nog op die mat straks ook.
En dan van daar naar “maar wat zit je te klagen?”. Er zijn mensen die geen huis hebben. Op de vlucht zijn. Niet liever zouden willen dan dit warme huis, het tapijt dat wel oud maar proper is, een douche, spullen van zichzelf om hen heen. De mogelijkheid om ergens heen te rijden en goed te eten. Een tweede huis om naartoe te gaan, zelfs! Om de hoek. Een droomhuis.
Er is een ploeg ongelooflijke stielmannen ter hulp gesneld uit alle hoeken en zij offeren nu hun zaterdagavond op om de ergste nood te lenigen.
Mijn kinderen hebben zo hard gewerkt, zijn zo volwassen geweest vandaag. Gaven me veel en warme en van die diepgemeende knuffels die je tot gloeiende tranen toe beroeren.
Er was soep, er waren pistolets en croissants, gezang en gelach, zelfgemaakte cheesecake, er is niets stuk, iedereen is gezond, alvast de kinderen slapen in een normaal bed vannacht. Mijn zussen schonken hun liefdevolle aanwezigheid en gouden handen. Mensen hielpen ons, liepen en sleurden voor ons, droegen ons.
En mijn man. Oh, mijn man. Geen woorden voor.
19:25 u en al pikkedonker. Nog geen nieuws van het nieuwe huis-front. Er zijn vier mannen bezig, meer weet ik niet. Ik denk dat ik er beter niet rondzwerf nu.
En hier zit ik mij rijk, klein en groot te voelen in het boshuis zonder meubels. Ik moet er van lachen. Ik hoor voor het eerst de buren praten.
19:45 u. Man smst dat verwarming werkt en er warm water is in de badkamer. Ik berg mijn tapijtplannen op. En daar moet ik dan ook weer om lachen.
Wat een dag. Onvergetelijk. Zwart en rood is toch niet zooo erg, eigenlijk. ‘t vloekt wel met die roze font hier.