blog

Vol van chaos & bol van kansen

POSTER-CHAOS-med

Nu, wanneer ik de deur sluit
voor het eerst alleen in dit nieuw huis
en de wind blaast fluisterend haar oktoberkoor:

Dag huis. Je ruikt naar nieuw, naar transformatie: naar verf, hout en tegellijm. En tegelijk oud: naar de fifties nog!

Weet je nog? In 2013, een hete augustusdag, man en ik zwervend door de buurt tot we plots remden, mekaar aankeken en …dzjing, er waren geen woorden nodig. Met hakken en al, zwetend en strompelend het volle maïsveld in langs jouw westzijde, door de verwilderde haag jouw woeste tuin insluipen. Kijken. Zuchten. Verlangen. Zwijgen. Jij bent het. Oooh, jij bent het. We boden, onderhandelden, boden nog eens, rekenden, rekenden nog eens en je was van ons.

We waren al lang op zoek naar een groter thuis voor onze kinderen, de zaken en thuiskantoren, de yogaruimte, de moestuin, de vuurkuil en onze eigen zielen…die graag ruimte hebben blijkbaar, die zich soms ook moeten terugtrekken om daarna weer weg te kunnen geven.

Jij was een school voor de Franstalige jongens van het St-Janscollege in Meldert. Véél korte broeken hebben in de jaren 60 gevoetbald in jouw tuin. Er is nog steeds een gangetje (nu liefkozend ‘de corridor’) waar kapstokjes hingen voor jassen die nu ongetwijfeld très hipster zijn.

Je stond een tijdje leeg en kreeg als bijnaam het nogal oneerbiedige ‘Walenkot’, een restant van onschuldige jaren ’70-jeugdrebellie. We kregen van het St Janscollege inzage in het logboek uit 1973:

‘Op een avond sprak ik met drie anderen af dat we een nachtelijke tocht zouden maken naar “het Walenkot” in L’Ecluse, het gebouw waar de Franstalige afdeling vroeger les had gekregen. Die nacht zijn we stilletjes uit onze chambretten geslopen, waarna we door het bos en de weilanden naar L’Ecluse trokken.

Daar zijn we, via een groot gebroken venster, naar binnen gegaan en hebben we wat rondgekeken. Ik nam er een boek mee – een heel interessant wiskundeboek, waar ik af en toe nog wel eens in blader. Hoe onze nachtelijke expeditie is uitgelekt, weet ik niet, maar op een gegeven moment werd ik bij de prefect geroepen (…).

Expeditie! Beroering bij de paters! Chambretten en al!

Daarna was je een thuis voor een gezin van 8. Nu een thuis voor een gezin van 5, soms 2, soms meer. Ça dépend.

We hebben je een beetje gestript. Je electriciteit was charmant-idyllisch maar levensgevaarlijk. Je muren zaten vol herinneringen, lagen behang getuigden van wisselende smaak en modes. Nog een lappenpopje aan de muur, een stiekeme schildering in de kelder, de rage van vinyltegeltjes (“da’s rap proper en ge zit voor jaren goed”)!

We hebben je hertekend. Jouw grote klaslokaal werden twee slaapkamers en een badkamer. Een mens moet zich kunnen douchen hé, we zijn 2015. Jouw populieren vielen om- net in de week na de compromis (nu kan ik er mee lachen), zij werden brandhout.

Maar we hebben zoveel van jou bewaard. Jouw grote ramen zijn nieuw maar hetzelfde. Jouw originele tegels haalden we er allemaal uit en plaatsten ze ook allemaal terug. Die belachelijk grote overloop boven lieten we maar zijn. De hal beneden: zo typisch jaren ‘50: veel hal, hééél veel hal. Voor de Goede Indruk Van Het Bezoek. Het zij zo. We raakten niet aan je ziel.

Gij eigenzinnig huis, gij guru, gij leerde mij al zoveel lessen, gij hebt mij al zo uitgedaagd, gij Expo-huis van ’58. Gij zijt een yogisch huis.

Geduldig zijn. Nog meer geduldig zijn. Alles op zijn tijd. Prioriteiten stellen. Accepteren. Dat het ook met minder kan. Op tijd rusten. Dat je lang toekomt met twee jeansbroeken en 2 truien. Dat je klodders modder na een tijd gewoon niet meer ziet (‘God dwells in clean places’ zeggen ze. Ik geloof dat niet). Dat gordijntjes in plaats van deuren gezellig zijn. Dat dikke lagen stof niet storen. Niet in de rode zone blijven hangen. Kalm blijven temidden van elk soort chaos. Blijven staan op wankele planken. Naar de mantra’s terugkeren. Altijd terug naar de kern. Naar de stilte vanbinnen. De meditatieve mind. Creatief zijn. Mensen vergeven. Hulp vragen! En het hoeft niet perfect te zijn. Het zal nooit volmaakt zijn. Dat alles toch weer voortdurend verandert, ook. En dat ik daar nog eens herinnerd aan moest worden. Niet alleen jouw eindeloze uitzichten en je levende aquarellen veranderen, ook of er terug wifi is. Of het water wel nog stroomt. Of ik kan werken tussen geboor, geklop, gezaag. Of de verwarming nog gaat. Meanderend tussen mogelijkheden, gebreken. Of ik kan zijn als een lotus, op mijn gemak in slijkwater. Of de kelder droog blijft. Of ik begrijp wat ‘Fiche croquis’ is (’t is geen krokante vis) of ‘intensité du disjoncteur de raccordement’.

En ook…na 9 keer verhuizen: dat je altijd opnieuw kan beginnen, hoe oud of jong je ook bent. Welk leven je ook hebt. Het is nooit te laat. Het is gewoon nooit te laat. Wat een heerlijke gedachte. Hoe bevrijdend is dat.

Ben jij van ons of wij van jou?

About the Author

Sigrid

Sigrid is psycholoog en yogaleraar. Zij is certified Kundalini Yoga, Slow Yoga, Restorative Yoga en Traumasensitieve Yoga Teacher en gek op het buitenleven.

Vind je misschien ook leuk

1 Comment

  1. Toch prachtig je dromen waarmaken! Ik wens jullie heel veel licht en liefde in jullie” Walenkot “.

Geef een reactie