De popperige nekkrulletjes van mijn meisje aanraken
op een dag dat ze de stijltang vergat
Doet me mama voelen tot in mijn botten begot
Wilgenkatjes / de lente / aanstormend of al hier?
het waren lange miezermaanden
Krijg ‘t jeukend bloed en wil gaan dansen
Zoon die onverhoeds een klapkus geeft
net omdat het niet zo vaak meer is
Voel me geliefd, middenin die $,ù^!%µç puberstorm
Een mailtje. “Ik dank je”
geen dank alsjeblief!
En toch: verbinding
Langs de kant van de weg stoppen en foto’s nemen van een veld
zomaar. Voor mezelf. Voor de cloud, voor later misschien.
En die kleurloze vergadering voelen smelten in dat licht
Rotdag. De mat op. Vooral nu
naar het nulpunt
Licht hoofd en vroeg naar bed
Mijn man die me een kopje thee brengt op dat bed
al vele lievejarenlang
Maar elke keer indrukwekkend ontroerend
Mijn dochter die het maal bijkruidt
want zij is de betere kok
Zal haar man ook halfzacht staan kijken zoals ik nu?
Een vreemde man die vriendelijk naar je lacht, niet ‘ik wil je’-vriendelijk, oprecht hartelijk
zeldzaam, zonderling
Je mens voelen. Connectie.
Ik streef niet langer naar geluk.
Ik ben allergisch aan wilgenkatjes; kan ze dus niet in huis zetten. Maar ik vind ze heel mooi.
Je streeft misschien niet naar geluk; maar je straalt het zeker wel uit hoor!